Huub Slabbers, de kunstenaar in het kort
- Autodidact als kunstenaar
- Werkzaam als illustrator / fotograaf / decorbouwer / ontwerper
- Persfotograaf
- Kunstschilder binnen de BKR vanaf vroege jaren 70
- Diverse exposities in galeries in Amsterdam
- Vanaf 1994 digitale fase
Het is verbazingwekkend dat een van de eerste Nederlandse digitale kunstenaars al zo’n gevorderde leeftijd had toen hij digitaal begon te werken. Als hij zich volledig op de ‘toverdoos’ concentreert en doek en kwasten aan de wilgen hangt, heeft Huub Slabbers de gezegende leeftijd van 84 jaar. Vanaf die tijd zal hij zich volledig gefocust richten op deze totaal nieuwe manier van beeldcreatie.
Zijn levenslange ervaring als fotograaf en schilder leveren hem daarbij een enorm voordeel op. Het maakt zijn werkwijze sneller en efficiënter. Dit is voor een belangrijk deel de verklaring van zijn enorme productie in deze digitale laatste fase van zijn werkzame leven. Hij is een geschoold en ervaren kunstenaar en kan op basis van die ervaring ook digitaal snel tot de kern komen.
Waar hij bij conventioneel schilderen weken tot maanden nodig had de definitieve vorm te vinden, kan hij nu binnen een dag met meerdere versies experimenteren. Dat doet hij dan ook naar hartenlust. Zo komen ook meerdere series tot stand, omdat hij vanuit een grondidee eenvoudiger meerdere uitwerkingen kan maken.
Het is verbazingwekkend dat een van de eerste Nederlandse digitale kunstenaars al zo’n gevorderde leeftijd had toen hij digitaal begon te werken. Als hij zich volledig op de ‘toverdoos’ concentreert en doek en kwasten aan de wilgen hangt, heeft Huub Slabbers de gezegende leeftijd van 84 jaar. Vanaf die tijd zal hij zich volledig gefocust richten op deze totaal nieuwe manier van beeldcreatie.
Huub Slabbers, persoonlijk
Rond 1946 leert hij zijn vrouw Ria Barendse kennen. Samen verhuizen ze naar Brussel waar voor hem voldoende werk als tekenaar, bedenker en fotograaf in de reclame te vinden is. Twee jaar later keren ze terug naar Amsterdam waar ze tussen 1949 en 1964 vijf kinderen krijgen die allen het creatieve en/of fotografische gen erven.
In 1949 vestigt hij zich als fotograaf, gespecialiseerd in reclame- en productfotografie en kindermode voor onder andere het weekblad Eva. Zijn jongste zoon Peter (die later zelf fotograaf wordt) is zijn favoriete model. Tegelijk werkt hij als fotojournalist voor het dagblad Het Vrije Volk, een uitgave van de Arbeiderspers. Hij fotografeert zowel het dagelijks leven van die tijd als beginnende beroemdheden, waaronder Toon Hermans, Wim Sonneveld en Godfried Bomans.
In 1954 verhuist het gezin naar de geheel nieuw gebouwde Amsterdamse ‘tuinstad’ Slotermeer. Hier ontwikkelt hij zich tot professioneel bedenker, schrijver en illustrator van kinderboeken. Tot midden jaren zeventig bedenkt en illustreert hij ontelbare verhalen-, kleur- en doe-boeken, en spellen en ansichtkaarten die door diverse uitgeverijen (inter)nationaal worden uitgegeven.
Door concurrentie en overnames binnen de uitgeverswereld raakt hij zijn opdrachtgevers kwijt; hij besluit het roer om te gooien en wordt ‘vrij kunstenaar’. Na een eerste, zeer succesvolle expositie blijft hij jaren vrij werk maken met een symbolisch mensbeeld als uitgangspunt.
Geboren 9 augustus 1910
Jonge jaren: werkt als decorbouwer, schilder en tekenaar bij o.a reclameatelier Luhlf
1939-1945: oorlogsjaren, o.a. tewerkstelling als decorbouwer en schilder
1946: Leert Ria Barendse kennen en verhuist naar Brussel en werkt er als illustrator en fotograaf
1948: Trouwt met Ria Barendse
1949: keert terug naar Amsterdam en vestigt zich als fotograaf, gespecialiseerd in mode en reclame.
Tevens fotojournalist voor Het Vrije Volk.
Krijgt met Ria tussen 1949 en 1964 vijf kinderen: Eric, Ronald, Peter, Marina en Paul.
1954-1973: schrijver en illustrator van (kinder)boeken, doe- en kleurboeken, puzzels, ansichtkaarten
1983: Ria en Huub gaan uit elkaar
Vanaf 1984 verblijft Huub bij tweede zoon Ronald
2000: Huub stopt niet met werken, maar ‘neemt een sabbatical’
Hij overlijdt een jaar later, op 9 maart 2001.
Interview Macfan
De opmerkelijke stap van een bejaarde kunstenaar die zichzelf op hoge leeftijd opnieuw uitvond, was ook in de begintijd van de Apple MacIntosh een uitzonderlijk verhaal. Vandaar dat het magazine MacFan, in het meinummer van 1992 ruim aandacht geeft in een uitgebreid interview.
“
Huub Slabbers (87) gebruikt de mac als schildersdoek (Uit Macfan).
``Het zit allemaal in die wonderdoos``
Valt het u ook op dat oudere mensen die geen kaas hebben gegeten van moderne technologie altijd met hetzelfde smoesje komen aanzetten? ‘We zijn er niet mee opgegroeld’, klinkt het telkens weer. So what? Ziehier het levende bewijs dat je nooit te oud bent om te leren. Huub Slabbers: kunstenaar, 87 jaar en waarschijnlijk de oudste Mac-gebruiker van Nederland.
Hoeveel eerbied we ook hebben voor die grijze haren van uw en onze grootouders, ons houden ze niet meer meer voor de gek: opa’s en oma’s die zeggen dat ze niet met computers zijn opgegroeid, bedoelen in werkelijkheid dat ze er totaal niet in geïnteresseerd zijn. Er lopen ook genoeg twintigers rond die niks van computers weten, maar die komen er tenminste eerlijk voor uit dat het hen een één grote worst zal weten. Het smoesje wordt trouwens niet alleen gebezigd door de bejaarde medemens. Het begint al bij de vijftig-plussers. En wat die eigenlijk voor flauwekul uitgramen, dat weten we na onze ontmoeting met Huub Slabbers al helemaal niet meer.
Sorry dat we dit verhaal een beetje fanatiek beginnen. Je ziet dan ook niet elke dag een hoogbejaarde man met Photoshop stoeien alsof-ie nooit anders heeft gedaan. Toch maakte kunstenaar Huub Slabbers pas drie (‘Of was het vier? ‘) jaar geleden voor het eerst kennis met het fenomeen computer. Schilderen was en is zijn passie, maar hij had in zijn leven al meer kwasten en potjes schoongespoeld dan hem lief was. En als je zoon dan in de grafische ontwerpwereld werkt en bovendien niet te lui is om pa van de gemakken van een Mac op de hoogte te stellen, volgt van de één al snel het ander.
Huub Slabbers is inmiddels aan zijn derde Mac toe (een 6100/66) en heeft in de afgelopen jaren enkele honderden prachtige digitale kunstwerken vervaardigd. Een aantal daarvan hebben we afgedrukt op deze pagina’s.
Ik ben eigenlijk altijd al creatief geweest, steekt de Amsterdammer van wal. “Mijn vader had een aantal tapijtzaken en ik mocht na mijn studie naar de boekhouding toe. Nou, dat lag me helemaal niet. Maar goed, toch gedaan. Het was daar een ongelooflijk ouderwetse boel, dus ik besloot al snel een paar dingen te moderniseren. Ik ging naar de Bijenkorf, een jaar of zeventig geleden moet je weten, om te kijken hoe ze daar in lakschrift van die mooie prijskaartjes maakten. Zo ontdekte ik dat je met spirituslak moest werken, een goedje dat nu niet meer bestaat. Prijskaartjes in lakschrift, daar begon het mee. Kort daarna maakte ik ook reclame affiches voor de winkel en meer van dat soort zaken.’ Slabbers’ creativiteit werd hem in die tijd niet altijd in dank afgenomen. ‘Mijn vader was nogal conservatief en ik erg vooruitstrevend, dus dat ging op een bepaald niet goed. Ik liep bijvoorbeeld voortdurend met verbouwingsplannen rond en zo.
Dus als mijn vader een dagje in één van de andere tapijtzaken was, zag ik mijn kans schoon. De volgende dag was de winkel natuurlijk helemaal veranderd. ‘Wat krijgen we nu weer?’, schrok vader, ‘terug met die rommel!’ Dan zei ik: ‘Wacht nu eerst eens even af wat de mensen ervan vinden. Het is vast wel goed zo’. Dus ik stiekem bij de deur gaan staan om de handelsreizigers op te wachten, en maar vragen aan die mensen: ‘Als uzo binnengaat, doet u dan alstublieft een beetje enthousiast?’. En ja hoor: ‘Goh mijnheer Slabbers, wat is het hier mooi geworden’. En dan bleef het zoals het was.’ Later werd Huub Slabbers aangetrokken om politieke illustraties te maken voor Opmars, het blad van de lVP. Daarna werd hij fotograaf, onder meer voor Het Vrije Volk. ‘En daar krceg ik het na een tijdje aan de stok met de chef, want met hem had ik hetzelfde verbouwingsgeintje uitgehaald als met mijn vader. (Lacht) Maar helaas, dát feest ging niet door. Ik moest eruit.’
Na allerlei omzwervingen (ik heb nog een tijd in Brussel gezeten, en daarna een jaar of tien kinderboeken gemaakt geschreven én geïllustreerd … ‘) besloot Slabbers uiteindelijk voor zichzelf te beginnen. Hij ging schilderen, maar maakte ook tabletops, fotografische kunstwerken met een geprojecteerde achtergrond en een vlak (rustend op een tafel) met een aantal geordende voorwerpen als voorgrond. Zijn stijl laat zich niet in één woord vangen, maar heeft abstractie als rode draad. ‘Het kwam zelfs tot een heuse expositie, waar ik ontzettend goed heb verkocht. Maar laat die galerie nu failliet gaan … Toen had ik er echt geen zin meer in. Want wat ik niet kan, is zelf verkopen, En dan ook helemaal niet.
'Zolang mijn brein nog goed werkt, wil ik heel die machine doorgronden.'
Ik heb veel werkdrift, veel ideeën, maar laat me in godsnaam met rust ik ben bezig. Ik heb gewoon geen tijd om met mijn eigen werk te leuren. Bovendien kan ik de dingen die ik maak niet goedpraten; een techniek die je als verkoper juist wel moet beheersen. Wat ik nodig heb is een commercieel directeur. Met zo iemand zou ik wel willen samenwerken, een jonge vent die enthousiast is en die de ingangen weet. Dan kan ik me tenminste weer met mijn werk bezighouden.’ We zijn ons van geen kwaad bewust, als blijkt dat Slabbers zelfs een onschuldig bezoek van MacFan als een forse interruptie in zijn continuïteit beschouwt. ‘Jullie hebben me een paar weken opgehouden, in verband met de screenshots die jullie nodig hadden voor het artikel. Hier heb je ze trouwens, ik heb ze op een Zip-disk gezet.’ Slabbers’ verklaring mag technisch dan niet helemaal accuraat zijn, het is er wel één die de man beter portretteert dan welke zinsnede ook.
‘Eerst had ik alle afbeeldingen bewaard in RGB. Dat zegt je toch iets, niet? Maar toen bleek dat jullie de plaatjes als GPEG wilden hebben. Gee-Ee-Pee-Gee, ja? Wat zeg je, Jee-PEG? JPEG dan. En dan hoor ik van de week van mijn zoon dat de drukker liever het Spike-formaat heeft. Want dat zijn vier kleuren, terwijl RGB er maar uit drie bestaat. Toen heb ik het hele zaakje omgewerkt en er een korreltje overheen gegooid. Dat heeft me allemaal een heleboel tijd gekost en zodoende ben ik al een week of twee niet aan schilderen toegekomen. Ik wil alleen maar schilderen, meer niet. En jullie waren eventjes een stoorzender … ‘ en voelen ons schuldig, maken onmiddellijk onze oprechte excuses, maar kunnen er na al deze technische termen niet meer omheen: wat beweegt een (toen) 84-jarige man ertoe om een computer in zijn leven te verwelkomen? ‘Mijn zoon Ronald, hij woont hierboven, heeft een Macintosh. lneens zag ik het helemaal voor me: geen kwasten meer nodig, geen geknoei meer met water – het zit allemaal in die wonderdoos. Je zit lekker de hele dag achter dat ding daar, en je maakt niks meer vies. Een ander kleurtje, een ander kwastje – ‘t is fantastisch. Niet vermoedend natuurlijk dat die computer in feite een lastig individu is, dat je voortdurend probeert dwars te zitten.’ ‘Het is steeds weer een gevecht. En ik maar mopperen vanachter dat scherm, ook al ben ik helemaal alleen in huis. Zit je een half uur te werken, krijg je ineens een error. Al je werk weg! Soms ben je zo geconcentreerd bezig dat je vergeet om tussentijds te bewaren. En dan neemt-ie wraak, die Mac. Geloof me, er wordt wat afgevloekt hier.’ In het begin vroeg Huub Slabbers regelmatig hulp aan zijn zoon, maar tegenwoordig heeft hij hem naar eigen zeggen niet meer nodig: ‘Als ik nu iets niet weet, kijk ik in één van die gele boeken daar (wijst): handleidingen voor Dummies.
Ik heb ook een heleboel werken over Painter en Photoshop, de twee programma’s die ik het meest gebruik. Mijn zoon weet precies welke software, updates en boeken ik nodig heb. Dat laat ik dan ook aan hem over.
Een pc heeft Slabbers nooit gehad. ‘Luister, mijn zoon en ik zijn ontwerpers. Dan neem je toch een Mac”’. klinkt het verstandig en vol overtuiging. ‘Een pc komt er hier niet in. Een Mac zit volgens mijn zoon veel logischer en eenvoudiger in elkaar dan Window. Window is een hype. Het grote publiek schaft zo’n machine alleen maar aan om ‘erbij’ te horen. En thuis blijkt dan dat ze er niet mee overweg kunnen. Ach, het is allemaal maar van horen zeggen hoor. Ik weet eerlijk gezegd niet eens het verschil tussen een pc en een Mac. Een kennis van mijn zoon… (Denkt diep na) Wat wilde ik ook alweer zeggen? Nee, mijn geheugen. daar moet toch eens iets aan gedaan worden. Misschien moet ik er ook wat RAM bijprikken. (Lacht) Want dat is ook altijd een probleem met die computer. Je hebt voortdurend te weinig geheugen, vooral in Photoshop.’ De kunstenaar kan terugblikken op diverse technieken, maar vindt de Mac inmiddels het leukste en meest praktische middel om een kunstwerk te vervaardigen: ‘Op de normale manier ben je soms dagen bezig met één kunstwerk. Nu komen ze veel sneller tot stand. Of ik dan niet minder eer van mijn werk heb? Nee hoor, het gaat mij om het resultaat – en dat bereik ik op deze manier gewoon een stuk sneller.
Je vrijheid is ook veel groter als je met de computer werkt. Het enige wat je mist is het échte verfeffect: je kunt de verschillende lagen, de dikte ervan niet echt voelen. Maar ook daar zit schot in. Ik laat sommige werken nu recht-streeks op schilderslinnen afdrukken.’ Slabbers laat ons een staaltje zien: ‘Dat gaat zoals je ziet al een stuk beter. En het voelt ook veel lekkerder aan als je het verkoopt. Als je het verkoopt… Wanneer iemand zich geroepen voelt om commercieel directeur te worden, mag hij het me laten weten. (Bevlogen) Ik wil alleen maar achter dat ding zitten! Zolang mijn brein nog goed werkt, wil ik heel die machine doorgronden, wil ik de beelden eruit halen die bij mijn persoonlijkheid passen.’ Slabbers kan uren per dag achter zijn Macintosh doorbrengen. Hij moet naar eigen zeggen ook wel. Want als hij er even ‘uit’ is, verliest hij zijn ritme en vergeet hij zelfs de meest alledaagse handelingen. ‘En dan kost het me vaak heel veel tijd en moeite om bepaalde zaken opnieuw uit te vogelen. Daar moet ik mee leren leven’, beseft de kunstenaar. Veel mensen geloven niet dat de man achter deze schilderijen 87 is. `Onvoorstelbaar’, schreef een galerie in Amsterdam. ‘Wij schatten u op 25.”Kan gewoonweg niet’, zeggen anderen. ‘Het kan wel hoor*. weet Slabbers. ‘Alleen kost het af en toe ontzettend veel inspanning, dat wel.’ `Of ik het een prestatie vind voor iemand van mijn leeftijd? Weet ik niet. Maar ik vind wel dat sommige oudjes hun tijd beter kunnen besteden dan in de soos te zitten. Alhoewel… Als ik zie hoe ik soms zit te roepen en te tieren achter die Mac, dan denk ik: dit kan ik mijn leeftijdgenoten niet aandoen.’
Tekst: Michel van der Ven Foto’s: Jeroen Verheugd.